Om even over half negen werd tred gevat voor de etappe met een lengte van een kleine 22 kilometer. Via het centrum van Winterswijk ging het al redelijk snel naar het buitengebied, waar bekende paadjes en slootkanten werden afgewisseld met prachtig nieuwe karrasporen, bospassages en klinkerwegen. De stemming was, evenals het weer, opperbest en het vrolijke drietal was zoals altijd ouderwets luidruchtig op dreef. Hier maalde echter niemand om, want iedereen lag in bed of was aan het werk, want de eerste 7,8 kilometer haalden we geen mens in, hoefden we geen anderen te begroeten, zodat Frank van verveling maar naar de koeien begon te zwaaien, die gepasseerd werden. Zij zullen er wel hun bedenkingen bij hebben gehad, want de meesten gingen rustig door met hetgeen ze bezig waren.
De eerste rustpauze zullen we niet snel vergeten, want Theo trakteerde. Uit zijn fraaie groene rugzakje toverde hij een zak met haverkoeken tevoorschijn, die vrouwlief erin had gestopt om te delen. Allemachtig wat een lekkernij was dit en met name Geert genoot met volle teugen. Hij leek helemaal over zijn dip heen te zijn en begon waarachtig weer wat plaatjes te schieten van de prachtige omgeving en dat is een goed teken, zo weet iedereen die zijn site een beetje volgt. Het trio ging verder op weg naar Huppel, maar dit Wenterse gehucht bleek verder weg te liggen dan gedacht. Bij het passeren van de Ratumse beek, fladderde ineens een prachtig gekleurd vogeltje voorbij. Volgens spotter Theo was het een vrouwelijk roodborstje, terwijl Frank zeker wist dat het een mannelijke goudvink was. Nou, toen hadden we daadwerkelijk de poppen aan het dansen. Beiden zijn immers aller gruwelijkst eigenwijs , dus had Geert alle moeite om de boel te sussen. Zeker 230 meter lang werd er niet gepraat en dit was een geheel nieuwe ervaring, die nog niet eerder was voorgekomen.
Besloten werd een afkoelingsperiode in te lassen bij het passeren van een houten bankje. De kilometerteller stond intussen op 14,1 dus werd het tijd voor krentenbolletjes, mueslirepen en een fris bekertje kiwisap. Puur genieten natuurlijk en de sfeer klaarde gelijk op. Dit was echter van korte duur, toen Frank ineens geweldig begon te foeteren. Een schijtlijster vond het nodig om een kwakkie op de broek van de krullebol te deponeren, tot groot vermaak van zijn twee kompanen. Wrijven maakte de boel alleen nog maar gekker, dus zat er niets anders op, dan de enorme flats gewoon te accepteren. Maar geluk bij een ongeluk, want nauwelijks twintig meter verder ging de youngster juichend door zijn hoeven. Zijn oog was gevallen op een in de zon blinkend kwartje uit 1951. Zijn dag was gelijk weer goed en het muntstuk werd direct veilig op opgeborgen.
Het drietal maakte zich intussen op voor de passage van het centrum van Huppel, maar dit liep helaas uit op een bittere teleurstelling. Onduidelijk was of het kwam dat het maandagmorgen was, maar alle winkels bleken gesloten te zijn. Feitelijk stelde het allemaal niet zo gek veel voor, want precies 4 minuten later liepen de wandelaars al aan de oevers van het Hilgelo. De Wenterse zandafgraving stond door de enorme hoeveelheid regen van de afgelopen periode boordevol met water en dat is altijd een prachtig gezicht. De eindsprint werd ingezet, maar de overmoed sloeg toe. Door forse onoplettendheid werd er nog zeker twee, maar mogelijk drie keer verkeerd gelopen, alvorens de finish werd bereikt. Helaas weer geen fanfare voor de dappere wandelaars, dus maar snel richting huis. Bij de Twee Bruggen werd bij een knapperend haardvuurtje nog snel even geëvalueerd en de algehele conclusie was, dat de voorlaatste etappe er ondanks wat kleine oneffenheden zeker eentje was om in te lijsten!!! Op naar de Grand Finale.